Lieven de Boeck

Dictionary of Space, Part II Public Space, l.e.t.t.e.r.s.

06.09 — 25.10.09

Solotentoonstelling

Samengesteld door Anselm Franke

Deelnemende kunstenaars Lieven de Boeck

Sinds 2003 werkt kunstenaar en architect Lieven de Boeck (BE, 1971) aan zijn Dictionary of Space. In dit doorlopende onderzoek tast hij de grenzen af van begrippen als identiteit, territorium, private en publieke ruimte. Een belangrijke methodiek in zijn onderzoek is de creatie van typologieën. Door het veralgemenen, classificeren, maar tegelijkertijd ook ‘individualiseren’ van kenmerken, komt hij tot typologieën van architectuur, stedenbouw en die van de eigen identiteit.

Dictionary of Space kan gezien worden als een open archief en een continue zoektocht naar de verschillende facetten van het begrip ‘ruimte’. Voor het eerste deel van dit project, Housing, vertrekt Lieven de Boeck vanuit zijn ervaring van een nomadisch leven. De kunstenaar leefde gedurende vijf jaar op verschillende adressen bij vrienden. Het onderzoek situeerde zich rond de vraag naar de relatie tussen ruimte en identiteit, in hoeverre identiteit een product is van de projectie van de ander en hoe het ‘zelf’ als sociale constructie ook verbonden blijkt aan ruimte.

De presentatie in Extra City is een momentopname uit het tweede deel van het onderzoek, Public Space. Een belangrijk element binnen deze research is het werk l.e.t.t.e.r.s., bestaande uit 366 brieven en tekeningen, één voor elke dag van het jaar, door Lieven de Boeck aan zichzelf geadresseerd. De brieven zijn kopieën van gevonden tekst- en beeldfragmenten, daterend van de 19e eeuw tot vandaag. Ze bevatten systemen van taal die we gebruiken om onze identiteit te creëren: dit complexe spel van verbergen en tonen, spiegelen, pretenderen, liegen en nabootsen, vormt de rode draad doorheen de tentoonstelling.

In het onderzoek van de Boeck spelen de brieven een fundamentele rol omdat ze twee individuele personen verbinden, waardoor ze de private sfeer doorbreken en er een publieke tussenruimte tussen schrijver en lezer ontstaat. Door de brieven bovendien tentoon te stellen (ze zijn zowel aanwezig in vier kartonnen sokkels, gepresenteerd volgens jaargetijde, als gebundeld in vier schrijfblokken in de vorm van een kunstenaarsboek) worden ze ook publiek voor de toeschouwer. Hij of zij is degene die van het verhaal of de ‘anekdote’ die bestaat tussen twee personen, via observatie en interpretatie een realiteit maakt.

Centraal in de tentoonstelling staat een kopie van de eerste boîte-en-valise van Marcel Duchamp, waarin Lieven de Boeck zijn verschillende projecten rond publieke ruimte archiveert. De doos fungeert als het geheugen van de Boecks onderzoek en bevat naast de vier boeken met brieven miniatuurreplica’s die refereren aan de verschillende werken in de tentoonstelling. In Zelfportret zie je door een opening in een foto van een deur een lege dia. Verder is een selectie te zien van De alfabet tekeningen. Door bepaalde fragmenten uit de brieven om te zetten in een zelf ontworpen alfabet, verandert de tekst in een beeld dat alleen de kunstenaar kan lezen. Hierdoor wordt de publieke ruimte opnieuw geprivatiseerd en daarmee als zodanig uitgewist.

Voor deze tentoonstelling ontwikkelt Lieven de Boeck tevens zijn methodiek om bestaande werken of gebeurtenissen te begrijpen door ze te ‘herschrijven’ en in een eigen (beeld)taal om te zetten. Specifiek voor dit project hermaakt de Boeck werken die op zich reeds een interpretatie zijn en die refereren aan identiteit of specifieke vormen van publieke ruimte. In de diaprojectie pense-bête #1, wat ‘geheugensteuntje’ betekent, toont hij een reeks tekeningen van portretten en figuren – zoals l’aigle en le corbeau, die opnieuw terugkeert in de handtekening van de brieven – ‘gemaakte’ readymades, anonieme brieven en handtekeningen van kunstenaars, door Lieven de Boeck uitgewist met tipp-ex. In de 16mm projectie ldb wist hij ook zijn eigen handtekening uit, naar analogie met Broodthaers’ Une seconde d’éternité. Door uitsluitend kopieën van kopieën te maken, verdwijnt Lieven de Boeck uiteindelijk als auteur. Het verdwijnen zelf wordt zijn identiteit.

Lieven de Boeck is kunstenaar en architect. Hij was onderzoeker aan de Jan van Eyck Academie (2003/04) en artist in residence aan het ISCP New York (2006) en het Künstlerhaus Büchsenhausen Innsbruck (2008/09). Recente tentoonstellingen zijn Making things public in Witte de With, Rotterdam (solo, 2004), Making Traces (samen met Elena Herzog) in Lmak Projects, New York (2007), en Mimétisme in Extra City, Antwerpen (groepshow, 2008). Publicaties zijn o.a. Housing (2004) en Texts#1 (2007).

Het kunstenaarsboek Lieven de Boeck, Public Space, l.e.t.t.e.r.s. is een coproductie van Extra City en het Künstlerhaus Büchsenhausen Innsbruck, gepubliceerd door Onomatopee, Eindhoven, 2009 (ISBN-13: 978-90-78454-34-2).

Dit project maakt deel uit van de serie Thinking Architecture, gesteund door de Graham Foundation for Advanced Studies in the Fine Arts, Chicago.

Documentatie

Lieven de Boeck: Dictionary of Space, Part II Public Space, l.e.t.t.e.r.s.

Locatie Extra City - Antwerpen-Noord, Tulpstraat 79, 2060 Antwerpen